zondag 6 januari 2008

Wereldprimeur


Nieuwsgierig en enigzins gespannen zaten we tijdens de Kerstborrel met een groep van vijf collega's toe te kijken hoe B. haar handtas open ritste en het voorwerp uit haar tas haalde waar wij zo nieuwgierig naar waren. Eenmaal tevoorschijn getoverd greep R. het vernuftige stukje techniek zowat uit de handen van B. "Zo, die is best zwaar zeg", merkte hij meteen op terwijl hij hem tussen zijn vingers liet draaien. "Mag ik?", vroeg hij terwijl hij B. zijlings een vragende blik toewierp. "Ja hoor", klonk het antwoord wat schor van B. die wel van een sigaretje houdt. Ik en de andere collega's keken gespannen toe hoe hij het voorwerp aan zijn mond zette en een hijs nam.

Waar ik het over heb? De SuperSmoker! Het inmiddels al bijna verboden alternatief voor de verstokte roker en een wereldprimeur want het betreft hier gezond roken. Dat betekent onder andere dat je de zoektocht naar een aansteker kunt staken - de Supersmoker is van plastic, maar heeft wel een lichtje ingebouwd zodat het voor de omgeving allemaal heel echt lijkt -, je geen rook uitblaast, en er dus geen kankerverwekkende stoffen in je longen belanden. En ook niet geheel onbelangrijk: je bespaart tot maar liefst 65% op je huidige wekelijkse spaarpotje dat opgaat aan al dat gepaf.

Het klinkt allemaal leuk, maar hoe praktisch is het eigenlijk? Terwijl de SuperSmoker van collega B. in het gezelschap wordt doorgegeven en iedereen verbaasd het object van alle kanten bekijkt en een poging waagt het gewicht van de toch best zware vulpen te schatten, openbaart B. dat zij haar plastic sigaret buiten de deur nog niet echt benut. Want het ziet er toch wel een beetje raar uit. Maar in de trein of het vliegtuig neemt ze wel eens een hijs, dat is toegestaan. Bovendien, niemand heeft last van jouw verslaving met deze SuperSmoker aangezien je geen mooie rookwolken kunt produceren.


Dan ben ik aan de beurt. Nadat er gedurende de afgelopen tien minuten een gezelschap varierend van mijn leeftijd tot midden vijftig aan het mondstuk heeft gesabbeld mag ik ook even proeven. Geconcentreerd neem ik een flinke hijs, maar ik voel niks. Wel check ik meteen even of het rode lampje ook bij mij werkt. Toch een grappig detail. Maar mijn besluit is snel genomen: niks voor mij dat ding. Waar ik bij een flinke hijs van een sigaret de rook mijn longen voel vullen kan ik daar intens van genieten. Bij de SuperSmoker voel je slechts een soort damp die over je tong wordt geblazen. Vreemd en het kriebelt. Wellicht nog belangrijker: je proeft het niet. Collega R. vond het effect ook minimaal, waarna hij zo'n tien keer flink inhaleerde, maar vervolgens erg misselijk werd. Dat lijkt me ook niet de bedoeling.


Ik besluit dat de SuperSmoker niet aan mij is besteed. Besparend of niet, het technische snufje kost op het wereldwijde web toch tussen de negenenvijftig en honderd euro. Daarbij krijg je dan wel een ampul en een oplader, want het werkt allemaal op electriciteit. Daarbij kost een nieuw ampul voor deze slimme sigaret - waar je wel zo'n 400 hijsjes mee kunt - rond de tien euro. Maar geld daar gelaten, ik wil gewoon wanneer ik zin heb lekker een sigaret op steken, met echte rook, en die vieze geur aan je vingers nadat je vakkundig je sigaret hebt uitgedrukt in een overvolle asbak en die deze zelfs na grondig wassen maar niet lijkt te willen verlaten.