Ik heb een hekel aan motto's. En dan bedoel ik levensmotto's, met name die welbekende one-liners als Leef alsof het je laatste dag is en Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Kriebels krijg ik ervan. Ik vind het typisch iets voor meiden van een jaar of vijftien om zoiets om hun Hyve te vermelden voorzien van een roze kleurtje en een bloemenpatroon op de achtergrond om het geheel af te maken.
Maar ik wil het eigenlijk helemaal niet over levensmotto's hebben. Ik kwam hierop doordat een vriendin van mij vandaag slecht nieuws ontving. Haar vader heeft slokdarmkanker en blijkt ongeneeslijk. Deze agressieve vorm van kanker heeft in teveel organen sporen achtergelaten waardoor een operatie niet meer tot de mogelijkheden behoort. Met bestraling rek je slechts wat tijd. De artsen trekken hun handen er vanaf dus als slachtoffer moet je maar zien te handelen met het gegegen dat het leven over twee maanden zomaar over kan zijn.
Toen ik vanmiddag achter mijn bureau zat ontving ik een smsje van haar met daarin het nieuws. Ik herlas het drie keer aandachtig en wist vijf minuten lang weinig uit te brengen. Ik was met stomheid geslagen. Verbijsterd, terwijl ik de vraag in m'n hoofd herhaalde: Hoe is het mogelijk? Dat levensmotto begint dan toch wel een zekere werkelijkheid te krijgen. Ik was van m'n stuk gebracht tot ik even later zelf wat stilletjes zat te snikken achter mijn bureau. Het is zo onwerkelijk. Voor mij is zoiets nog nooit echt dichtbij geweest, behalve dan in het geval van mijn opa en oma.
Maar dat is anders. Opa en oma wisten dat het mooi geweest was; alle kinderen gesetteld en een dozijn kleinkinderen in de maak. Daar leg je je dan toch eerder bij neer. Nu vind ik mezelf weer boos achter mijn pc om wat frustratie weg te tikken. Maar ik kan het niet verwoorden, niemand.
Het is goed zo.
Maar ik wil het eigenlijk helemaal niet over levensmotto's hebben. Ik kwam hierop doordat een vriendin van mij vandaag slecht nieuws ontving. Haar vader heeft slokdarmkanker en blijkt ongeneeslijk. Deze agressieve vorm van kanker heeft in teveel organen sporen achtergelaten waardoor een operatie niet meer tot de mogelijkheden behoort. Met bestraling rek je slechts wat tijd. De artsen trekken hun handen er vanaf dus als slachtoffer moet je maar zien te handelen met het gegegen dat het leven over twee maanden zomaar over kan zijn.
Toen ik vanmiddag achter mijn bureau zat ontving ik een smsje van haar met daarin het nieuws. Ik herlas het drie keer aandachtig en wist vijf minuten lang weinig uit te brengen. Ik was met stomheid geslagen. Verbijsterd, terwijl ik de vraag in m'n hoofd herhaalde: Hoe is het mogelijk? Dat levensmotto begint dan toch wel een zekere werkelijkheid te krijgen. Ik was van m'n stuk gebracht tot ik even later zelf wat stilletjes zat te snikken achter mijn bureau. Het is zo onwerkelijk. Voor mij is zoiets nog nooit echt dichtbij geweest, behalve dan in het geval van mijn opa en oma.
Maar dat is anders. Opa en oma wisten dat het mooi geweest was; alle kinderen gesetteld en een dozijn kleinkinderen in de maak. Daar leg je je dan toch eerder bij neer. Nu vind ik mezelf weer boos achter mijn pc om wat frustratie weg te tikken. Maar ik kan het niet verwoorden, niemand.
Het is goed zo.
Leef alsof het je laatste dag is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten